Alice sloot met een zucht haar boek. Ze keek eens om zich heen in de grote zaal, waar het nu veel te druk was om te leren. Ze pakt haar spullen op en besluit om haar spullen mee naar buiten te nemen en wat te gaan wandelen, het zou haar goed doen om even in de buitenlucht te zijn. In gedachten verzonken loopt ze over het schoolterrein niet wetend waar ze naartoe ging of wilde, tot ze een meisje bij het meer zag zitten.
Zag ze het goed? Het leek even of ze een traan van haar wang veegt en alice voelt medeleven voor het meisje, al kent ze haar niet bij naam. Toch heeft ze het idee dat ze het meisje met de lange bruine haren al eens vaker gezien had, misschien hadden ze een les samen gehad? Wie zou het zeggen. Even twijfelde ze nog, zou het meisje wel zin hebben in haar gezelschap? Kijkend naar hoe het meisje naar het water staarde besluit ze er gewoon op af te stappen.
'Heey' zegt ze voorzichtig als ze naast het meisje staat. 'Gaat het wel?'